Grote dag!
Ik zie Klaasj en wapiet voor 't eerst.
Ik ben helemaal niet bang van de pieten!
Dan gaan we naar de voorstelling van de Sint.
Ik ben de ganse voorstelling heel aandachtig geweest.
En telkens er zwarte pieten waren, riep ik luid door de zaal, wapiet, kik wapiet!

